Scherven brengen geluk

Scherven brengen geluk

Voor een hippe sneaker winkel staat een rij. Op anderhalve meter afstand wacht een man of tien tot ze naar binnen mogen. Ik draai een smalle straat in en ontwijk een fietser die zijn middenvinger naar mij opsteekt. Ik ben op weg naar een jong koppel in hartje Almere. “Ze heeft al een uur of zeven weeën, maar het is allemaal nog prima te doen,” bracht de man zojuist op montere toon telefonisch verslag aan mij uit. ‘Ze wil alleen niet meer praten’, gaat hij verder. Op de achtergrond hoorde ik zijn vrouw een wee wegpuffen. Automatisch nam ik de tijd op. De wee duurde meer dan een minuut. “Ik kom naar jullie toe,” zei ik.

Ze wilde eigenlijk een onderwaterbevalling en hadden al een bad gehuurd. Het duurt even voordat ik mijn auto heb geparkeerd en aanbel. In een klein en hip appartement ingericht volgens de richtlijnen van de urban jungle zit de vrouw op een donkerblauwe yogabal. Ze puft en wipt heen en weer. Ik onderzoek haar, constateer dat ze al acht centimeter ontsluiting heeft en bel de kraamzorg. De man drentelt inmiddels zenuwachtig om mij heen. ‘Ik moet dat bad nog opzetten waar ze in wil bevallen’, zegt hij zenuwachtig. Hij loopt heen en weer want het ding schijnt nog in de berging te staan. 

‘Heb je de slagen al een keer gemonteerd aan de kraan in de keuken?’ vraag ik hem. ‘Laat maar’, zegt de vrouw al wippend op haar bal. ‘Ik wil naar de slaapkamer en doe maar een baarkruk, dat lukt beter denk ik,” zegt ze tussen 2 weeën door.

“Het gaat dus nu echt gebeuren?” vraagt de man aan mij vanaf de andere kant van de kamer. Hij wil niet in de weg staan en staat daardoor op afstand. Het appartement is in zijn totaal nog geen 50m2 schat ik. In de slaapkamer past nog maar net een tweepersoonsbed. Aan één kant van het bed kan nog net een nachtkastje tussen muur en bed. “Afstand houden is onmogelijk, ze heeft je nodig” zeg ik hardop. De vrouw begint te kreunen. Als vanzelf ondersteund de man haar aan de ene kant en ik aan de andere kant. We zetten haar voorzichtig op de baarkruk.

Al snel wordt een klein stukje van het hoofd van de baby zichtbaar. De vrouw heeft persweeën. De man probeert nog steeds afstand te houden en duikt in de hoek van de kamer. Hij ziet het dienblad vol met glazen dat op het nachtkastje staat over het hoofd. Het valt om en de glazen breken op de betonlookvloer in duizenden stukjes.

Bij binnenkomst heb ik mijn schoenen uitgetrokken. Ik sta dus op mijn sokken en ben omringd door glasscherven, ik kan geen kant op. Ook de vrouw zit op de kruk met blote voeten en kan niet meer verschuiven door het omringende glas.  De vrouw kreunt, een nieuwe perswee kondigt zich aan. De baby komt en overal ligt glas. De man kijkt verbluft naar mij. “Pak nu een stofzuiger,” zeg ik tegen de man die zijn slippers aanheeft. “Neem een hap lucht en pers,” zeg ik tegen de vrouw. Met een kussensloop van het bed schuif ik voorzichtig het glas rond de voeten van de vrouw weg. De vrouw schreeuwt, een flinke perswee neemt haar lijf over en overstemt het geluid van de stofzuiger die inmiddels rond haar en mijn voeten op en neer gaat. “Sorry, sorry,” roept de man. 

Ik vang het kindje op. Het glas is voor een groot deel weg. De man en ik leggen de vrouw met de baby op bed. De baby huilt. “Wil je dat nooit meer doen,” zeg ik met een glimlach om mijn mond tegen de man. Ik voer een lichamelijk onderzoek uit bij de baby. “Alles is in orde.” De vrouw lacht opgelucht. “Scherven brengen geluk, zullen we dan maar zeggen,” zegt de man.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

nl_NLNederlands