Het is 04.30 uur als mijn telefoon gaat. Verbaasd kijk ik een paar seconden naar mijn telefoon. Als mijn bewustzijn terugkeert besef ik dat ik dienst heb en neem snel op. ‘Ja hoi’, hoor ik aan de andere kant van de lijn. ‘Ik wilde je niet wakker bellen maar ik verlies een hele hoop water en ik geloof niet dat het urine is’, zegt de vrouw aan de telefoon. ‘Hoever ben je zwanger?’ vraag ik terwijl ik mijn IPad probeer op te starten. ‘Ik geloof dat ik 35 weken zwanger ben.’
Direct ga ik rechtop zitten want onder de 37 weken is te vroeg en noemen we prematuur. Ik stel nog een paar korte vragen terwijl ik mijn kleding met 1 hand probeer aan te trekken. ‘Is de baby in je bekken ingedaald? vraag ik nog voordat ik op hang. ‘Nee’, zegt ze snel. ‘Ik kom bij je kijken’, vertel ik haar. ‘Nu?’ vraagt ze verbaasd. Ik bevestig haar vraag, hang op en trek de rest van mijn kleding aan. Ik geef mijn man nog snel een kus voordat ik vertrek. Uit gewoonte eigenlijk want die merkt toch pas dat ik weg ben als zijn wekker is gegaan.
Een kwartier later stap ik hun huis binnen. ‘Ze is boven’, zegt haar man. Als ik de slaapkamer binnenkom zit ze half rechtop in bed en kijkt mij vrolijk aan. ‘Ook goedemorgen!’ zegt ze opgewekt. Ik glimlach terug en leg haar uit wat ik ga doen. Uitwendig onderzoek aan haar buik, hartje luisteren, bloeddruk meten, temperatuur meten en controleren of vocht wat ze verliest ook echt vruchtwater is. De baby doet het goed, haar bloeddruk is normaal en ik constateer inderdaad dat ze vruchtwater verliest. Ook leg ik haar uit dat de baby nog niet is ingedaald in het bekken. Als ze zou gaan staan en blijven bewegen kan het zijn dat er een handje of navelstreng naar beneden zakt en dat kan gevaarlijk zijn voor de gezondheid of geboorte van de baby.
‘Je vliezen zijn te vroeg gebroken om thuis te kunnen bevallen. We willen een optimale opvang voor jullie kindje in het ziekenhuis, dus daar gaan we nu naar toe’, zeg ik rustig. ‘Moet dat nu gelijk? Ik zou vandaag naar de kapper gaan!’ zegt ze licht teleurgesteld. ‘De gezondheid van je baby gaat nu even voor op dode haarpuntjes’, zeg ik luchtig. Ze lijkt er niet onrustig van te worden en verteld honderduit over hoe ze de dag anders had willen indelen. ‘Omdat de baby niet goed ingedaald is heb ik de voorkeur om je liggend te houden. Daarom wil ik graag een ambulance bellen om je veilig te kunnen vervoeren’. Ze knikt afwezig en graait al om haar heen naar haar spullen.
Ze stuurt haar man naar alle hoeken van het huis om een tas klaar te maken. Ik bel ondertussen de ambulance en licht de dienstdoende verloskundige van het ziekenhuis in. Terwijl ik aan de telefoon zit zie ik de man binnenkomen met een paar weinig bedekkende strings van zijn vrouw. ‘Je ondergoed stop ik alvast in de tas’, hoor ik hem tegen haar zeggen. Naast mij staat een kraampakket, ik open de doos en haal een pak maandband eruit. Al bellend maak ik de verpakking open en haal er een maandverband uit die ik omhooghoud naar meneer. ‘Zou deze passen in het ‘ondergoed?’, vraag ik met een knipoog. ‘Oh, die gaan niet passen in deze’, zegt hij lachend en houd de strings omhoog. Ik schud mijn hoofd.
Even later gaat de deurbel. Als meneer de deur opendoet voor de ambulance broeders komen ze al snel naar boven. Eenmaal in de slaapkamer begroet ik hun en zij mij en mevrouw. Op het moment dat ik aan hen de zorg wil overdragen zie ik haar gezicht vertrekken. ‘Het gaat echt gebeuren he?’ fluistert ze richting mij. Ik knik. ‘Ik ben voorzichtig met moeder en kind. Jullie doen het nu beide goed en dat wil ik graag zo houden. Daar hoort nu veilig vervoer en straks een kinderarts bij.’ Plots begint ze onbedaarlijk te huilen. Ik vraag haar waar haar tranen vandaan komen. ‘Omdat zij nu binnen zijn!’ en ze wijst naar de ambulance broeders. ‘Ze gaan goed voor je zorgen hoor’, probeer ik haar gerust te stellen. ‘Dat geloof ik wel, zegt ze snikkend. ‘Maar nu is het echt.’
Even later ligt ze in de ambulance op weg naar het ziekenhuis. Eenmaal aangekomen beginnen de weeën en diezelfde dag bevalt ze van haar zoon. Het jongetje doet het goed en mag na een paar dagen al naar huis. Na een week stap ik hun huis binnen voor een kraamvisite. ‘Gefeliciteerd! Hoe gaat het met je?’, vraag ik bij binnenkomst. ‘Nou snap ik die onderbroeken’, zegt ze direct. ‘Daar moeten die mega maandverbanden in!’ Ik moet lachen en knik bevestigend. ‘Moet je even bedenken hoe dat eruit had gezien als je alleen maar strings had gehad!, zeg ik met een knipoog.