Een vrouw die binnenkomt drukt mij slapjes een klamme hand. “Ik ben nerveus,” zegt ze. Ze is alleen en gaat zitten op de stoel. “Wat is er aan de hand?” vraag ik. “Ik heb drie maanden geleden een miskraam gehad.” Ze pakt een papieren zakdoek uit haar handtas en dept de tranen die over haar gezicht lopen op. “Sorry,” zegt ze. “Ik wil zo graag een kindje. Mijn moeder woont in het buitenland en mijn man werkt op een booreiland. Hij is net weer vertrokken. Ik ben veel alleen en door die miskraam erg emotioneel.” “Het geeft niet,” zeg ik en kijk haar medelevend aan. Ik schenk een glas water in en zet het gevulde glas voor haar neer op tafel. “Nu ben ik weer niet meer ongesteld geworden en daarom heb ik een test gedaan en die is positief. Ik ben zo bang dat het opnieuw mis zal gaan.”
“Kom we gaan eens samen kijken,” zeg ik en wijs naar de onderzoeksbank. “Ik zal eerst een echo maken want dan weten we meer.” Ze gaat liggen op de bank en ontbloot haar buik voor mij. Ik zie een gebolde buik tot aan haar navel. “Hoe lang denk je dat je zwanger bent?” vraag ik. “Ik heb geen idee, mijn cyclus is altijd zeer onvoorspelbaar en onregelmatig geweest. Mijn laatste menstruatie was 2 maanden geleden maar die was heel kort dus ik denk 8 weken?” Ze klink gespannen “Oke, dan begin ik voor de zekerheid met een uitwendige echo. Maar als ik niets zie moet je niet schrikken, want dan kan de zwangerschap nog zo pril zijn dat ik een inwendige echo moet maken.” Ze knikt ter goedkeuring.
Ik smeer een beetje warme gel op haar en voel haar buikspieren een beetje ontspannen als in met de toner over haar buik glijdt. Langzaam beweeg ik over de buik in de hoop een goed zicht te krijgen op het scherm. Met het idee van 8 weken zwangerschap bekijk ik de beelden. Ik zie tot mijn verbazing een behoorlijk grote baby op het beeld. Ik meet snel de groei van de baby om een idee te krijgen over haar termijn. De eerste meting geeft al ruim 22 weken aan.
“Wie heeft gezegd dat jij een miskraam hebt gehad?” vraag ik. “Ik had bloedverlies en ben naar de huisarts gegaan, die zei dat het een miskraam was.” Ik kijk haar even aan. “Heeft niemand toen een echo gemaakt of een zwangerschapstest gedaan?” vraag ik. “Nee…”, zegt ze en ze kijkt vragend mijn kant op. Ik kijk en doe de rest van mijn metingen. “Ik zie een kindje van 22 weken zwangerschap zitten,” zeg ik. Snel reken ik in mijn hoofd haar zwangerschapsduur uit op basis van de data die zij ze mij eerder gaf. “Je hebt geen miskraam gehad.” Ze slaat direct haar handen voor haar mond. “Echt?” vraagt ze. “Je bent niet een beetje zwanger, je bent heel erg zwanger,” zeg ik. Ze lacht. “Echt?” vraagt ze nogmaals. Ik knik. “Echt waar!”
“Ik heb gezegd tegen mijn moeder dat ik iets voelde bewegen. Ze zei: ‘Dat zit in jouw hoofd want dat kan helemaal niet zo vroeg. Niemand gaat me geloven.” Ze kan haast niet ophouden met lachen van ongeloof. “Kun je jouw man bellen?” vraagt ik lachend. “Nee, dat gaat niet zo makkelijk op dat booreiland, maar vanavond kan ik video bellen.”
“Mag ik wel mijn moeder bellen waar jij bij bent? Anders gelooft ze het niet!” ze kijkt vragend mijn kant op. “Prima,” zeg ik. De vrouw belt haar moeder. Ik hoorde de vrolijke Surinaamse stem aan de andere kant van de lijn en de telefoon staan niet eens op de speaker. “Ze gelooft mij niet.” De vrouw geeft mij de telefoon. “Ja, het is echt waar,” zeg ik tegen een stem. “Daarbij ik kan u vertellen dat uw kleinkind het goed maakt!” “Wat voor kleinkind krijg ik?” vraagt een de vriendelijke stem aan de andere kant van de lijn. “Ik weet niet of uw dochter dat wilt weten”, zeg ik terwijl ik haar aan kijk. “Krijg ik een meisje?” Ik knik. De vrouw kijkt mij aan en gilt. Direct daarop doet vrouw aan de andere kant van de lijn precies hetzelfde.